Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen ik mijn gangen [11]wies in boter, en de rots bij mij [12]oliebeken uitgoot; 11. Het is een overtollige manier van spreken, betekenende groten overvloed van boter, niet ongelijk degenen, die wij hebben Gen.49:11,12, en die hier in de naaste woorden ligt. 12. Vergelijk Deut.32:13, en Deut.33:24, en boven, hfdst.20 vs.17. Hebreeuws, en de rots bij mij met beken van olie uitgegoten werd.